Het AGE-programma was een van de onderwerpen op het symposium ‘Uitkomsten van onze zorg’. Het Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein organiseerde deze jaarlijkse bijeenkomst in juni voor de vijfde keer.
Als een oudere patiënt met darm-, blaas of pancreaskanker voor een operatie op de polikliniek komt, bepaalt de arts of de patiënt in aanmerking komt voor het AGE-programma. Er volgt dan een uitgebreid onderzoek waarin wordt gescoord hoe kwetsbaar een patiënt is op fysiek, psychisch en sociaal vlak. Anesthesioloog-intensivist Peter Noordzij, een van de initiatiefnemers van het AGE-programma: “Iemand kan fysiek nog relatief sterk zijn, als het sociale netwerk ontbreekt, kan dit de patiënt toch kwetsbaar maken.”
Behandelplan
Het resultaat van de screening wordt vervolgens besproken in het AGE MDO. Daarin worden de risico’s afgewogen en wordt er een behandelplan gemaakt. Ook wordt gekeken of het mogelijk is de conditie van de patiënt voorafgaand aan de operatie te optimaliseren.
De resultaten worden vervolgens met de patiënt besproken, waarna de beslissing om wel of niet te opereren in samenspraak wordt genomen. Vervolgens wordt na drie en na twaalf maanden de kwaliteit van leven beoordeeld.
Voldoende vitaal
Noordzij: “In 75 procent van de gevallen blijkt dat de patiënt voldoende vitaal is om een operatie te doorstaan. Er is ook een kleine groep patiënten die naar aanleiding van de resultaten van het AGE MDO zelf besluit om niet meer voor een operatie te kiezen.”
Patiënten ervaren de AGE screening volgens Noordzij over het algemeen positief. “Ze voelen zich zekerder door de extra controle. De patiënt voelt zich gehoord en dat is goed voor de motivatie. Maar een AGE screening houdt wel in dat er extra afspraken gemaakt worden en sommige patiënten twijfelen aan de noodzaak omdat ze zichzelf niet kwetsbaar vinden.”