Eén op tien Nederlanders heeft last van chronische hoofdpijn. Dat wil zeggen dat drie maanden aaneen minstens vijftien dagen per maand hoofdpijn hebben. In het Zorginstituut Magazine vertelt Wim Mulleners, neuroloog en leider van het Hoofdpijn Expertise Centrum, hoe de samenwerking met huisartsen en de inzet van digitale tools, de zorg voor deze mensen verbetert. “Helaas is vaak sprake van onderbehandeling”, zegt Mullener. “De huisarts tot wie iemand met hoofdpijn zich als eerste wendt, weet niet goed wat eraan te doen is. Dus denkt de patiënt dat hij ‘er maar mee moet leren leven.’ Terwijl dat niet nodig is. Een goede diagnose en behandeling met onder meer onze hoofdpijnapp en door verpleegkundig specialisten kan de ziektelast met 25 tot 50 procent verminderen.”
Anderhalve lijn
De poli van het CWZ werkt samen met plaatselijke huisartsen en eerstelijnsorganisatie NEO Huisartsenzorg. Zo is een anderhalvelijnszorgpad ontstaan. Om de pijn in kaart te brengen houdt de patiënt een online dagboek bij. Op basis daarvan wordt bepaald wat de meest passende behandeling is. Voor het digitale dagboek en het gebruiksgemak is de internationale hoofdpijnclassifcatie (de zogeheten ‘ICHD-3’) vertaald naar een lijst met tien vragen. Op basis daarvan is het soort hoofdpijn te traceren.
Bespaart zorgkosten
Een ander voordeel van de online registratie is dat de zorgverlener ook ziet onder welke geneesmiddelenklasse een medicijn tegen hoofdpijn valt. Dankzij de online monitoring van hoofpijn door verpleegkundig specialisten wordt ook het fysiek bezoek bij de neuroloog overbodig. Ook dat bespaart weer zorgkosten.
De uitrol van dit anderhalvelijnszorgpad kreeg de steun van de Vereniging Nederlandse Hoofdpijncentra (VNHC). Zorgverzekeraars CZ en VGZ verstrekten het Nijmeegse ziekenhuis een VEZN-subsidie voor innovaties in de eerste lijn om de zorg toegankelijk en betaalbaar te houden. Naast het CWZ werken inmiddels nog drie klinieken met de digitale app.