Binnen de registratiecommissies van de NHR worden verschillende indicatoren gemonitord en besproken. Artsen in de registratiecommissies gebruiken die informatie om de kwaliteit van zorg waar mogelijk te verbeteren.
Handmatig werk
Een van de indicatoren is of patiënten die een dotterbehandeling of bypassoperatie hebben ondergaan binnen een bepaalde tijd een nieuw hartinfarct hebben gehad. Momenteel gebeurt dat door handmatig werk: ziekenhuizen sturen nu brieven met vragenlijsten naar de patiënten, waarvan ongeveer 80 procent wordt beantwoord. Medewerkers van de hartcentra controleren bij andere instellingen in de regio of deze en overige patiënten bij hen opgenomen zijn geweest voor een myocardinfarct. Deze follow-up wordt niet door alle ziekenhuizen gedaan.
Koppeling
Door de opname- en diagnoseregistratie van de LBZ te koppelen aan de kwaliteitsregistratie, brengen de NHR en DHD deze kwaliteitsinformatie zonder registratielast in beeld. “Op die manier kan eenvoudig inzichtelijk worden gemaakt welke patiënten nog met een diagnose myocardinfarct zijn opgenomen in een ziekenhuis”, zegt directeur-bestuurder Dennis van Veghel van de NHR.
DHD-directeur Gert-Jan van Boven vult aan: “Behalve dat het voor de kwaliteitsregistratie van de NHR tijdsbesparingen oplevert, kunnen zorginstellingen bepaalde gegevens bijvoorbeeld ook hergebruiken voor de Transparantiekalender van Zorginstituut Nederland.”
Hoge datakwaliteit
“We zijn nu nader aan het onderzoeken of de informatie uit de LBZ voldoende overeenkomt met de historische informatie uit de klinische registratie”, zegt Van Veghel. Het is volgens hem essentieel dat de data van hoge kwaliteit zijn. “Een dotterbehandeling of bypassoperatie wordt uitgevoerd met het oog op gezondheid van de patiënt nu en in de toekomst. Daarom willen artsen zicht hebben op de lange termijn-uitkomsten.”
Samenwerking
De NHR en DHD koppelden de data uit de LBZ aan de kwaliteitsregistratie in opdracht van een aantal ziekenhuizen. De ziekenhuizen die hebben meegedaan aan de eerste pilot zijn St Anna Ziekenhuis, Elkerliek Ziekenhuis, Máxima Medisch Centrum en het Catharina Ziekenhuis. Bij het Amsterdam UMC is het onderwerp nog in proces. “We zijn klein gestart om te testen of het zo werkt. Het idee is dat we nu, na inhoudelijke validatie, veel breder kunnen opschalen”, aldus Van Veghel.
Van Boven ziet de koppeling als een mooi startpunt voor verdere samenwerking. Er wordt gekeken of de LBZ nog meer informatie bevat die door de registratiecommissies kan worden gebruikt om bestaande of nieuwe indicatoren zonder registratielast te meten.
AVG
De data zijn gekoppeld op een manier die juridisch gevalideerd en AVG-compliant is, melden de partijen.