Een veelgehoorde kritiek de laatste jaren is dat de zorg in Nederland te duur wordt. Te veel loketten en adressen bevat. Dat het onduidelijk is geworden voor de patiënt waar hij moet zijn voor welke klacht. In het noorden van Nederland speelt daarbij dat de toegang tot zorg minder laagdrempelig is dan in de rest van Nederland. De afstand tot huisarts en ziekenhuis zijn in absolute kilometers verder. De relatieve of door patiënten ervaren afstand lijkt nog groter.
Zorg van de toekomst
In het noorden zien we specifiek op het gebied van hart- en vaatziekten al jaren een groei in patiënten. De sterfte aan hart- en vaatziekten is vele malen hoger dan in de rest van Nederland. Daarom hebben de ziekenhuizen en huisartsen in Groningen en Drenthe de handen ineen geslagen om te werken aan de zorg van de toekomst. Specifiek voor hartziekten, maar misschien wel hét voorbeeld van hoe de zorg er over tien jaar uit gaat ziet in Nederland.
Binnen het samenwerkingsverband HartNet Noord-Nederland werken het Martini Ziekenhuis Groningen, Ommelander Ziekenhuis Groningen, het Universitair Medisch Centrum Groningen, Wilhelmina Ziekenhuis Assen en de huisartsencoöperaties in de regio samen. Het doel is de gezamenlijk kwaliteit van zorg in de keten en kwaliteit van leven van patiënten verhogen en de kosten van zorg in de keten beheersen.
Huisarts als toegangspoort
Onder het motto ‘de juiste zorg op de juiste plek tegen de juiste prijs’ zijn in 2018 diverse zorgketens uitgewerkt tussen de tweede en derde lijn. In 2019 worden deze ketens uitgebreid naar de eerste lijn. In deze ketens wordt afgesproken waar welke zorg het beste kan worden geboden. De patiënt heeft de huisarts als eerste toegangspoort. Hij wordt naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis verwezen als dat nodig is. Hij komt alleen nog in het UMC voor complexe zorg en complexe hartinterventies.
Natuurlijk heeft de patiënt vrije keus, maar winst is dat geen onnodige tweedelijnszorg meer in de derde lijn wordt gedaan. Bovendien is bij verwijzen van het tweedelijns ziekenhuis naar het UMC geen sprake meer van dubbele diagnostiek.
Uniformiteit
In de ontwikkeling van zorgpaden bepalen cardiologen, thoraxchirurgen en andere zorgprofessionals samen met patiënten, aanvullend op bestaande richtlijnen, wat zij kwaliteit van zorg in de keten vinden. De afspraak daarbij is uniformiteit. Wat goed is voor de patiënt in het ene ziekenhuis, is ook goed voor de patiënt bij andere zorgverleners.
Door kennis te delen, ontstaat er echt keten-denken én vindt er in het denkproces zelf al een kwaliteitsslag plaats. Bijvoorbeeld het uniform overal tijdig opstarten van hartrevalidatie na een infarct. Of afspreken welke waarden een lab standaard moet hebben voor welk typen diagnosegroepen en interventies. Denk ook aan een overbodige CT scan uit het proces knippen omdat een recent, maar elders gemaakte versie genoeg informatie blijkt te bieden mits iedereen dezelfde bepalingen hanteert.
Zinnige uitkomsten
Zo’n zorginnovatieproject brengt voor individuele zorgprofessionals veranderingen met zich mee. Denken vanuit vijf ziekenhuizen en 500 huisartsen wordt denken als één zorgverlener voor hartpatiënten. Cardiologen die ervoor willen zorgen allemaal dezelfde informatie aan de patiënt te geven in een voorlichtingsgesprek over wat een interventie in gaat houden. Hartrevalidatieverpleegkundigen die kennis uitwisselen over wat wel en niet goed werkt bij bepaalde patiëntencategorieën. En patiënten die met artsen meepraten over wat zinnige uitkomsten van behandelingen zijn en wat niet.
De zorg van de toekomst bouwen, houdt een projectorganisatie in van toch snel al zo’n twintig cardiologen uit vijf ziekenhuizen, twee huisartscoöperaties, hoofdverpleegkundigen en zorgpad-coördinatoren uit vijf ziekenhuizen, vijf managers, en vijf IT afdelingen, en soms bestuurders. Dat zijn veel mensen die naast hun reguliere werkzaamheden bouwen aan HartNet. Toch werkt het om al die mensen te betrekken, omdat zij in hun eigen organisaties meteen de bedachte veranderingen kunnen doorvoeren. Omdat ze er zelf over meedenken.
Vooruit kijken
Het coördineren van deze zorginnovatie vraagt een change & innovator professional die vooruit kijkt. Waar moeten we naartoe? Wat hebben we daarvoor nodig? Wie is waarvoor verantwoordelijk? Hoe koppel ik de juiste mensen aan elkaar? Hoe zorg ik dat op de juiste momenten strategische beslissingen worden genomen?
Het is projectmanagement toepasbaar maken voor de zorg. Het is ook zorgen dat de juiste mensen elkaar vinden, om afspraken te maken over inhoud van zorg en kwaliteit, om processen te optimaliseren en te uniformiseren, en te zorgen dat van strategisch tot operationeel niveau de juiste mensen weten wat er moet gebeuren en met wie ze dat moeten doen.
Een hippe manager zou dit ‘relatiemanagement’ noemen. Ik noem het richting geven, en het faciliteren van het samenwerken over de ziekenhuismuren heen. Dan komt de rest vanzelf en gaat iedereen als een speer. De zorgprofessionals van de inhoud, de managers van de strategie, en ik bedenk steeds: wat is de volgende stap en hoe komen we daar?
Brutaal
Als jonge projectmanager is het waanzinnig leuk om deze zorginnovatie te mogen coördineren. In de eerste plaats omdat ik geloof dat we écht verschil kunnen maken voor hartpatiënten. In de tweede plaats omdat ik werk met hele enthousiaste zorgprofessionals, patiëntenorganisaties en verzekeraars die in HartNet meerwaarde zien voor de patiënt en voor de kwaliteit van zorg. In de derde plaats is werken aan zo’n grote zorginnovatie leuk omdat je brutaal mag zijn. Je bent immers iets nieuws aan het neerzetten. Daar hoort bij dat je de grenzen oprekt van wat gangbaar is in organisatievormen en manieren van werken.
Het is creatieve oplossingen zoeken voor nu en duurzame oplossingen zoeken voor later, bijvoorbeeld in veilige gegevens- en beeldenuitwisseling, uniforme patiënten informatie als regio en het oplossen van capaciteitsvraagstukken bij het verschuiven van zorg van de derde naar de tweede lijn. En tot slot: mogen meemaken hoe zorg wordt georganiseerd in meerdere ziekenhuizen en zorginstanties tegelijk, vraagt van een projectmanager ook in iedere instantie een andere aanpak. Al een tijdje tour ik voor dit project door de regio om samen met de zorgprofessionals en managers uit de betrokken ziekenhuizen en huisartscoöperaties HartNet tot een succes te maken.
Zorg dichterbij huis
Als we dat goed doen, dan zijn in 2021 wachttijden in de zorg korter. Dan krijgt in 2022 in Noord-Nederland iedere patiënt exact dezelfde kwaliteit van zorg in ieder ziekenhuis in Groningen en Drenthe en is zorg dichterbij huis voor de patiënt. Dan doen we in 2023 als regio zowel aan primaire als aan secundaire preventie. Dan zijn in 2023 ook de zorgkosten in de keten omlaag gegaan omdat we geen dubbele diagnostiek en consulten meer doen. Dan worden keuzes voor behandeling en het wel of niet ondergaan van een interventie samen met de patiënt gemaakt, op basis van Samen Beslissen tussen de tweede en derde lijn.
Als we HartNet tot een succes maken, zien we in 2025 dat patiënten een hogere kwaliteit van leven rapporteren dan nu. En misschien zien we in 2030 wel lagere sterfte aan hart- en vaatziekten. Allemaal omdat we de juiste zorg op de juiste plek organiseren.
Aileen van der Neut M.A. (Master of Arts) is projectmanager HartNet Noord-Nederland van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Het artikel is op persoonlijke titel geschreven. Ze is spreker op het jaarcongres De Qruxx van Kwaliteit van 5 november 2019.