Jan Hazelzet (Erasmus MC) en Jan Kremer (Radboudumc) vertellen in een duo-interview op de site van het consortium Kwaliteit van Zorg van de NFU hoe ze met de patiënt in gesprek gaan en blijven.
Kremer wilde als hoofd van het IVF team van Radboudumc wel eens weten hoe zijn patiënten over de geboden zorg dachten. Hij nodigde een groep patiënten uit om daarover van gedachten te wisselen. Kremer: “De schellen vielen van mijn ogen. We kregen zoveel waardevolle informatie van die patiënten.”
Systematisch verzamelen
Kinderarts en intensivist Jan Hazelzet had op zijn afdeling al veel te maken met ouderparticipatie. “Die betrokkenheid van de ouders was gedurende de opnametijd natuurlijk enorm. Maar hoe gaat het na die tijd?” vroegen wij ons af. Wat voor gevolgen hebben onze interventies op langere termijn voor deze kinderen? Daaruit is het idee ontstaan om die data systematisch te gaan verzamelen rond de eenvoudige vraag: hoe gaat het met je?”
Precieze vragenlijsten
Jan Hazelzet: “Het patiëntperspectief op een wat objectievere manier neerzetten, is voor mij de basis van waardegedreven zorg. Wat heeft mijn handelen voor gevolgen voor de individuele patiënt? Daar kun je achter komen met heel precieze vragenlijsten die je als patiënt heel rustig thuis kunt beantwoorden en waar je een goed gesprek over voert in de spreekkamer. Soms dacht ik: als ik de gevolgen voor dit kind van tevoren had geweten, dan had ik het anders gedaan.”
Versnippering
De patiënt is kwijtgeraakt in het denken over goede zorg. Hazelzet: “Je begint allemaal aan je studie met het idee: ik wil mensen beter maken. Maar eenmaal aan het werk, stap je in een ingewikkelde wereld van superspecialisaties. Je gaat denken in bloedwaarden en hartfuncties in plaats van mensen.”
Kremer: “We moeten het hebben over de versnippering die de zorg zo enorm complex heeft gemaakt. Vroeger waren de lijnen eenvoudiger. Een huisarts gaf antibioticum en zag het kind de volgende dag weer.”
Echte dialoog
De zorg is meer waardegedreven te maken door echt met de patiënt in gesprek te gaan. Kremer: “Het goede gesprek, een echte dialoog is heel belangrijk. Daarin bespreek je waarden van twee kanten: wat is voor u, als patiënt, waardevol? Wat vindt u, als arts, van waarde? Ga op zoek naar het gezamenlijke waardenkompas. Wees nieuwsgierig en bescheiden, pas dan kun je samen beslissen. Het goede gesprek is vooral een attitudezaak.”
Hazelzet: “En data op maat maken zo’n gesprek in de spreekkamer concreet en zinvol. Neem bijvoorbeeld onze patiënten met borstkanker. Het behandelteam heeft samen met hen aan tafel gezeten rond de vraag: wat zijn voor u belangrijke uitkomsten voor dit ziektebeeld? Daar hebben we vragenlijsten van gemaakt die we ook internationaal hebben afgestemd. Er komen dingen uit die we helemaal niet bedacht hadden, zoals vragen naar seksuele disfunctie. Onze patiënten vonden de aandacht daarvoor ver onder de maat. De fysiologische aspecten maar ook de psychologische: vragen naar je zelfbeeld of je beeld van de toekomst. ‘En hoe is het nu met uw seksleven?’ is een heel relevante vraag voor deze patiënten, maar die wordt zelden gesteld in de spreekkamer.”
Veel onderzoek
Kremer: “Ik heb veel onderzoek gedaan naar de verschillen tussen wat dokters denken dat patiënten belangrijk vinden en wat patiënten daar zelf over zeggen. Daar zit een enorm gat tussen. We zijn daar kennelijk niet zo goed in als we altijd dachten. Maar het gaat om meer dan alleen het goede gesprek in de spreekkamer. Ook op mesoniveau, team- en ziekenhuisniveau, moeten we met spiegelgesprekken en vragenlijsten systematisch monitoren wat patiënten van onze zorg vinden. En tenslotte op macroniveau: ook het Zorginstituut moet op landelijk niveau het perspectief van de patiënt als leidraad nemen.”
Jan Kremer en Jan Hazelzet zijn beiden betrokken bij het programma Waardegedreven Zorg van de NFU. Ze zijn spreker op het symposium’Waardegedreven zorg begint in de ‘spreekkamer’’ van 21 maart 2019.