Niemand is tegen kwaliteit. Maar wat kwaliteit precies is, daarover bestaan verschillende beelden die worden gekleurd door de tijd waarin we leven en de mogelijkheden die er zijn. Dat stelt de Kwaliteitsraad van het Zorginstituut Nederland in een nieuwe visie op kwaliteit. Daarin plaatst de raad het denken over kwaliteit in historisch perspectief. Kwaliteit behoorde van oudsher tot het domein van medische professionals. Zij bepaalden vanuit hun vakmanschap wat kwaliteit was. Patiënten werden geacht het oordeel van de vakman of -vrouw te volgen. Eind vorige eeuw kwam daarin een kentering. Toen bleek dat de verschillen in werkwijze en uitkomsten groot waren tussen zorgaanbieders. Er kwam meer behoefte aan objectieve wetenschappelijke kennis. Indicatoren op structuur, proces en uitkomsten werden de dominante instrumenten voor het verbeteren van kwaliteit. Het gemiddelde werd de norm.
Veel goeds
Deze kwaliteitsbeweging heeft volgens de raad veel goeds gebracht dat het verdient om te behouden. Maar in de zorg groeit het besef toe te zijn aan een volgende stap. Patiënten voelen zich geen gemiddelde groep. Zij willen dat hun verhaal wordt gehoord en dat zorgaanbieders dat meenemen in persoonsgerichte zorg. Zij willen als mens gehoord en gezien worden. Zij willen mee denken en mee beslissen op basis van de juiste informatie. Zorgverleners onderschrijven dit. Zij willen het goede voor de patiënt en niet ondergesneeuwd raken door systemen en regeldruk. Zij willen veilige en zinvolle zorg bieden, tegen acceptabele maatschappelijke kosten, stelt de Kwaliteitsraad.
Het goede leven
Goede zorg heeft volgens de Kwaliteitsraad te maken met dat wat we verstaan onder het goede leven, gedefinieerd vanuit het perspectief van patiënten. De raad hanteert daarbij drie principes die voor veel mensen belangrijk zijn bij het leiden van een goed leven: autonomie, in verbinding staan met anderen en betekenisvol bezig zijn. ‘Goede zorg zou hierop moeten aansluiten door het versterken van de mogelijkheden en gezondheid van patiënten voor eigen regie, sociale activiteiten en persoonlijke zingeving. Goede zorg wordt daarmee persoonlijk, pluriform en moreel geladen. Het is, afhankelijk van waarden en normen van alle betrokkenen over wat zij als een goed leven zien’, schrijft de raad.
Nieuwe kwaliteit
Nieuwe kwaliteit draait volgens de raad vooral om samen leren en verbeteren. Het gesprek hierover tussen alle betrokkenen staat centraal. In het gesprek komen meetbare data, ervaringskennis en professionele kennis samen. Het gesprek vindt plaats in de spreekkamer, in organisaties en op regionaal en landelijk niveau. Voor het goede gesprek met alle betrokkenen is het van belang dat de relevante mensen aan tafel zitten, dat het gesprek over persoonlijke en maatschappelijke waarden wordt gevoerd, dat informatie voor iedereen beschikbaar is en dat de juiste kennisbronnen worden gebruikt.
Nieuwe instrumenten
Dit alles vraagt volgens de raad om nieuwe kwaliteitsinstrumenten. Kwaliteitsstandaarden blijven nuttig, maar moeten ten dienste staan van het samen leren en verbeteren. Ze zullen ook meer ruimte moeten laten voor keuzes die aansluiten bij de persoonlijke context van patiënten. Indicatoren blijven nuttig, maar moeten vooral gebruikt worden als brandstof voor het samen leren en verbeteren, en minder als middel om af te rekenen. Daarnaast zijn andere instrumenten en werkwijzen behulpzaam, zoals keuzehulpen, waardendialogen (zoals in de gehandicaptenzorg), lerende netwerken (zoals in de intensive care), leer- en verbeterbijeenkomsten (zoals de spoedzorg) en gezamenlijke prioriteiten besprekingen. ‘Duidelijk is wel dat goede zorg gewogen moet worden in de mate waarin het bijdraagt aan een goed leven; pas dan is ze als effectief te beschouwen en pas dan willen we ervoor betalen’, schrijft de raad.
Op Zorgvisie kunt u een interview lezen met Jan Kremer, de voorzitter van de Kwaliteitsraad.
———————————————————————————————
Op Qruxx staan vijf e-leanings over samen beslissen. De e-learnings zijn in de afgelopen jaren door NFK ontwikkeld in samenwerking met veel andere betrokkenen uit de praktijk. Naast een inleidende module zijn er modules over samen beslissen bij beperkte gezondheidsvaardigheden en in de palliatieve zorg, de toepassing van uitkomstinformatie bij samen beslissen en ondersteunen bij samen beslissen.