“Als je de loodgieter belt omdat je gootsteen verstopt zit, vertrouw je erop dat de gootsteen ook daadwerkelijk gemaakt wordt en dat dat goed gebeurt. Zo zou het in de zorg ook moeten gaan. Het gaat nog te vaak over de geleverde zorg en niet om de waarde voor de patiënt. Die moet centraal staan. Geleverde zorg voldoet pas als deze waarde voor de patiënt heeft toegevoegd. Wat die waarde is, kan de patiënt alleen zelf beoordelen. ”
Mart van de Laar, reumatoloog bij het Medisch Spectrum Twente, wil alle partijen in de zorg wakker schudden. “Er worden voorzichtige stappen gezet richting waardegedreven zorg, maar de verandering gaat veel te traag. De zorg is de grootste industrie ter wereld en die wordt nog gedreven door de professionals en niet door de klant.”
Kwaliteitsindicatoren
Om richting waardegedreven zorg te kunnen bewegen, moeten artsen zich kwetsbaar en lerend durven opstellen. Maar veel specialisten zijn conservatief. Van de Laar heeft daar wel een verklaring voor. “Bescheidenheid zit niet in de opvoeding van toekomstige artsen. De beste jongens en meisjes uit de klas op de middelbare school mogen geneeskunde gaan studeren. Ze zijn zes tot acht jaar bezig om arts te worden en daarna nog eens zes jaar met een specialisme. De besten van de klas die ook nog eens twaalf jaar studeren, daar kan niet aan getwijfeld worden.”
Veel artsen komen hun loopgraven nog niet uit. “Als de kwaliteitsindicatoren niet rooskleurig zijn, ligt dat aan de steekproef die niet goed is of de patiënten die lastiger zijn dan gemiddeld. Artsen moeten over een drempel heen stappen en niet bang zijn om hun prestaties transparant te maken. Ze zijn niet meer de koning in het ziekenhuis. Het zou mooi zijn als de patiënt de plaats op de troon kan overnemen.”
Transparantie
Waardegedreven zorg begint bij transparantie. In 2012 werd een start gemaakt met ICHOM. Voor steeds meer aandoeningen werden indicatorensets geformuleerd. Drie jaar geleden kreeg Van de Laar het verzoek van Michael Porter himself om een ICHOM-set voor reumatologie te ontwikkelen. “Dat was natuurlijk een hele eer. Ik wilde dat graag doen, maar liefst nog een stap verder gaan. Niet alleen nieuwe uitkomstmaten formuleren, maar ook vergelijkingen tussen bestaande instrumenten mogelijk maken. Veel projecten lopen vertraging op omdat er eerst overeenstemming moet worden bereikt over het gebruikte meetinstrument. Wij hebben met wetenschappelijk onderzoek bewezen dat je met een onderliggende schaal de verschillende instrumenten kunt vergelijken. Groot voordeel hiervan is dat je direct al over heel veel gegevens beschikt en dat je geen tijd verliest.”
Common Metric Tool
De common metric tool is de eerste in zijn soort. “Soms moet je een beetje geluk hebben. Dat hadden we hier. Aan de TU Twente werken statistici die al ervaring hadden met dergelijke schalen voor het onderwijs. Die ervaring hebben ze vertaald naar de zorg.”
Hij hoopt dat de tool ook op andere plekken gebruikt kan worden. “We zijn nu in Santeon-verband aan het kijken wat de mogelijkheden zijn. Daarnaast willen we de tool ook graag gebruiken om vragenlijsten korter en minder belastend voor de patiënt te maken. Als iemand bijvoorbeeld al heeft aangegeven dat hij hardloopt, hoef je hem daarna niet meer te vragen of hij mobiel is.”
Waardegedreven zorg in spreekkamer
Het gaat bij waardegedreven zorg uiteindelijk om wat er in de spreekkamer gebeurt. Van de Laar: “Ik wil de voortgang en het resultaat van een behandeling graag met mijn patiënten kunnen delen. In het patiëntendossier moet geen onbegrijpelijke opsomming van getallen staan, maar een patiënt moet in één oogopslag kunnen wat de vorderingen en de resultaten zijn. Het (bio)medisch proces moet er overzichtelijk in staan, maar ook de uitkomsten van de vragenlijsten door de tijd heen. Veel ziekenhuizen komen nog niet verder dan een onbegrijpelijke lijst met getallen.”
Van de Laar vergelijkt de zorg graag met de auto-industrie. “Iemand die in een autofabriek aan de lopende band staat, weet precies welk schroefje hij moet aandraaien. Dat kan hij precies op zijn computer nakijken. De automatisering is ingericht om het proces te ondersteunen, voor de financiën is er een apart systeem. In de zorg is het financiële systeem het belangrijkst. Daar worden vervolgens nog wat pagina’s voor de patiënt aan vastgeknoopt. Dat is de omgekeerde wereld.”
Hij trekt de vergelijking door naar de autoshowroom. “Wie een auto wil kopen, verdiept zich eerst in de eigenschappen van verschillende auto’s en neemt dan een beslissing. Het is volkomen transparant wat hij in huis haalt. Ik wil tegen mijn patiënten ook kunnen zeggen ‘als je deze strategie volgt, heb je binnen vijf jaar 80 procent kans op remissie. Ik kan natuurlijk niets garanderen, maar ik wil zo transparant mogelijk zijn naar mijn patiënten toe.
Bij de les blijven
Het initiatief voor veranderen moet bij de artsen liggen, maar ook zorgbestuurder hebben er een belangrijke rol in. “De bestuurder moet elke dag bij de les blijven en steeds toetsen of de patiënt nog voorop staat. Als de kwaliteit niet goed is, moet de bestuurder weten aan welke knop hij moet draaien. Daarvoor moet hij inzicht in de indicatoren hebben. Als de kwaliteit achteruit gaat, is er maar een korte periode om te verbeteren. Een dokter moet de moed hebben om te veranderen, de bestuurder de kennis en het vermogen om indien noodzakelijk daadkrachtig te kunnen handelen.”