In de tweede fase van het Citrienprogramma is waardegedreven financiering als een van de vier pijlers geïntroduceerd met als doel meetmodellen te ontwikkelen die inzicht geven in kwaliteit en kosten. “De urgentie daarvan is alleen maar toegenomen, door drukkende budgetten, problemen met de personeel en toenemende incidentie kankergevallen en het vraagstuk over dure geneesmiddelen.”
Zorgpad
In de tweede fase zijn vier projecten gestart rond het ontwikkelen van meetmodellen en in drie pilots is gekeken naar netwerkcontracten. Radboudumc en CWZ vormen samen het Academisch Borstkanker Centrum Nijmegen (ABCN). Het ABCN werkt samen aan een goed ingericht zorgpad voor patiënten met borstkanker, onderbouwd met uitkomstindicatoren. Erwin Sponselee is hierbij kwartiermaker en projectleider. In de online conferentie ‘waardegedreven financiering’ vertelt hij waar zij met de pilot tegenaan lopen.
Complexe operaties
Al eerder zijn er samenwerkingen opgezet tussen het Radboudumc en het CWZ. Deze liepen vanwege logistieke, personele en financiële problemen stuk. Sinds 2021 is er nu een samenwerkingsovereenkomst tussen de twee ziekenhuizen op basis van netwerksamenwerking. “Binnen het project ligt de zwaartepunt voor de patiëntenzorg bij het CWZ. De wetenschappelijke innovatie ligt bij het Radboudumc. Alleen complexe operaties vinden plaats in het Radboudumc. En sommige patiënten hebben, om wat voor een reden dan ook, een sterke voorkeur voor het Radboudumc. Dan opereren we in het Radboudumc, die ruimte willen we wel bieden.”
Netwerksamenwerking
Binnen het project wordt nu in kleine stappen gewerkt aan de netwerksamenwerking. Volgens Sponselee werkt dat beter dan in een keer naar een gezamenlijk centrum te gaan. “In de pilot beginnen we klein. Je kan lang praten maar dat schiet niet op. Hoe meer mensen je betrekt, hoe meer meningen en visies. Dat is aan de ene kant positief maar maak het ook lastig om iedereen aan boord te houden. In deze pilot hebben we gekeken naar de onderlinge dienstverlening van twintig tot dertig patiënten. Zij zijn allemaal geopereerd in het CWS. Een kleine groep, maar hierdoor kunnen we sneller verbeteren en uitbreiden.”
Investeringen
Binnen de samenwerking is er bestuurlijk overleg maar heeft elk ziekenhuis zijn eigen patiënten. Ook draagt elk ziekenhuis zijn eigen investeringen en kosten, maar vindt verrekening plaats tussen de ziekenhuizen voor het gebruik van elkaars diensten. Zoals de operaties. Beide ziekenhuizen hebben ook aparte contracten met de zorgverzekeraar. Het project laat verschillende belemmeringen van ODV zien. Belangrijkste daarbij zijn de vele omslachtige administratieve handelingen voor het zorgpersoneel. Het vraagt een grote investering, vooral op administratief vlak.
Onhandigheid
Omdat afstemmen van onderlinge tarieven vanwege de acm niet mogelijk is, is daar een derde externe partij voor nodig. Zij moeten die informatie verzamelen en meekijken. Deze partijen kosten tijd en geld. Volgens Sponselee is dit niet goed werkbaar, “een onhandigheid van het systeem”. Daarnaast moet je het administratieve werkproces afstemmen. Het Radboudumc opent een DBC en voert handmatig de zorgactiviteiten in op basis van de factuur van het CWZ. Het Radboudumc moet vervolgens de facturen betalen en de DBC declareren bij de zorgverzekeraar. “We moesten kosten declareren die hoger waren dan we ooit hadden gehad.”
Privacywetgeving
Ook als het gaat om de patiëntflow zijn er verschillende belemmeringen. “Afspraken maken over uitwisseling van gegevens is ingewikkeld. De wetgeving staat gegevensuitwisseling maar beperkt toe. We verwijzen niet, dus kunnen niet alle gegevens overdragen. Maar willen wel dat de patiënt veilig zorg krijgt. De privacy wetgeving maakt dit lastig.”
Personeel
Uit de evaluatie blijkt ten slotte dat personeel een gezamenlijk overleg mist. “Zij hebben toch teveel het gevoel twee aparte teams te zijn. Hoewel de ervaring van patiënten van de zorg overwegend positief is blijkt dat samenwerking in deze vorm niet goed werkt.’ ‘De keuze voor ODV maakt dat er meer werk bij komt en daarmee de kosten van de zorg toenemen. Bij zorgprofessionals die al te weinig tijd hebben komen er taken bij.”
Sponselee geeft aan dat het Radboudumc en CWZ verdergaan met de samenwerking, maar gaan kijken naar alternatieve vormen van financiering en zorg. Bijvoorbeeld welke zorg op welke locatie geleverd moet worden. “Wanneer je op een locatie inlevert, geeft dat ruimte voor andere zorg. Dat vraagt wel om goede afspraken. We moeten daarom breder kijken en andere belangen meenemen dan alleen quitte draaien binnen een project.”