Op 21 november 2019 vond de tweede editie van het congres ‘Samen innoveren voor een vitaler Nederland’ plaats, georganiseerd door Diagnose Voeding & Gezondheid. Impactvolle innovaties op het gebied van voeding en gezondheid stonden tijdens deze dag centraal. Bestuurders, beleidsmakers en wetenschappers gingen er samen over in gesprek.
Dat voeding een belangrijke rol speelt in zorginnovatie moge duidelijk zijn. Maar dat goed samenwerken daarbij zo belangrijk is, blijkt ook uit de voordracht van Wim Tissing tijdens het congres. Hij is kinderoncoloog en Hoofd Supportive Care bij het Prinses Máxima Centrum.
Ondervoeding
Tien jaar geleden, toen het ziekenhuis gebouwd werd, deed hij onderzoek naar ondervoeding bij kinderen met kanker. De cijfers liegen er niet om: 17 procent van de kinderen met kanker is tijdens een bepaald moment van de behandeling ondervoed. En 10 procent heeft overgewicht aan het einde van de behandeling, bijvoorbeeld doordat de ziekte het metabolisme aantast. Tissing: “Deze cijfers zijn alarmerend. Kinderen die ondervoed zijn, hebben tot 20 procent minder kans op beter worden. Daarnaast leidt afvallen in de eerste drie maanden van de behandeling tot meer infecties.”
Zowel onder- als overvoeding bij kinderen met kanker is problematisch. “Beide hebben een negatieve invloed op de kwaliteit van leven”’, benadrukt Tissing. “Er is al veel bekend over de manier waarop chemokuren de smaakbeleving bij volwassen patiënten aantasten. Bij kinderen weten we daar echter nog heel weinig over. Daar willen we de komende tijd veel onderzoek naar doen.”
Eetmomenten
Tissing: “Ouderverenigingen en kinderen dachten bij de bouw al mee over de inrichting van het ziekenhuis. Sowieso hebben de ouderverenigingen en kinderen nog steeds een belangrijke rol in alles wat we doen.” Dit geldt ook voor voeding, zoals eetmomenten en wat de koks precies maken. De kinderadviesraad, bestaande uit kinderen niet meer ziek zijn, denkt ook samen met de koks mee over wat kinderen lekker vinden. “De chemokuur tast je smaakbeleving aan, waardoor kinderen slechter gaan eten. Hoe eten leuk kan worden gemaakt, is daarom een belangrijk vraagstuk in ons ziekenhuis”, legt Tissing uit. Hij noemt als voorbeeld de pannenkoek in de vorm van een uil. “Die is leuk voor een kleintje, voor een puber van zestien moeten we wat anders verzinnen.”
Kanjer Kar
In het Prinses Maxima Centrum kan familie altijd mee eten. “Dat vinden we heel belangrijk. Immers: zien eten, doet eten. Dat werkt beter dan in je eentje en van een saai dienblaadje eten.” Daarnaast komt in het Princes Maxima Centrum de Kanjer Kar iedere dag zes keer langs op de afdelingen, waarbij er steeds gekozen kan worden uit drie gerechten. Tissing: “Als je bijvoorbeeld misselijk bent door de chemo om acht uur ’s ochtends en geen zin hebt in ontbijt, heb je om tien uur weer een kans.”
Rondcrossen
In het kader van een gezonde levensstijl, wordt beweging ook erg gestimuleerd binnen het Prinses Maxima Centrum. “Toen we nadachten over de inrichting van het ziekenhuis, werd er natuurlijk nagedacht over bedden. Maar niet ieder kind in ons ziekenhuis hoeft altijd in bed te liggen. Daarom hebben we ook een nieuw sportveld waar kinderen kunnen rennen, fietsen en rondcrossen op hun skelter.”