Er is vooral evidentie voor de waarde van PROMs op microniveau: de communicatie tussen patiënt en arts verbetert als het functioneren van de patiënt wordt gemeten en daarna wordt besproken tussen patiënt en arts. Zaken die anders onbesproken blijven, komen aan bod. Zodoende leveren PROMs een bijdrage aan de patiëntgerichtheid in de zorg.
Weinig bewijs
Voor de impact van PROMs op processen en uitkomsten op het niveau van ziekenhuizen en beleid is nog weinig wetenschappelijk bewijs. Hetzelfde geldt voor de waarde van PREMs. Doordat er nog veel verschillen zijn tussen vragenlijsten zijn vergelijkingen, bijvoorbeeld tussen ziekenhuizen, moeilijk te maken. Meer standaardisatie is nodig.
Meer ruimte
De implementatie van PROMs en PREMs was aanvankelijk vooral top-down gestuurd door de overheid, zorgverzekeraars en beleidsmakers. Zowel in Nederland als in Engeland is er nu minder top-down-sturing en meer ruimte voor initiatieven vanuit de praktijk.
Nivel-onderzoeker Dolf de Boer: “We zien dat landen het ingewikkeld vinden om de PROMs en PREMs te implementeren, maar wel leren van hun ervaringen. Zij vinden betere en andere manieren om PROMs en PREMs te benutten. Ik voorzie dat we er steeds beter in gaan slagen om met PROMs en PREMs bij te dragen aan de kwaliteit, effectiviteit en patiëntgerichtheid van de gezondheidszorg.”
Literatuurstudie
Het onderzoek betreft een project van het Federaal Kenniscentrum voor de gezondheidszorg (KCE) in België. Het Nivel verrichtte een grijze literatuurstudie naar de toepassing van PROMs en PREMs in Engeland, Frankrijk en Nederland. De studie sluit aan bij ander onderzoek van het Nivel rond de ontwikkeling van PREMs en PROMs, waarin de aandacht uitdrukkelijk uitgaat naar de bruikbaarheid van deze instrumenten voor kwaliteitsverbetering en voor de transparantie van de gezondheidszorg