Het gaat hierbij om de patiëntervaringen, het aantal uitgevoerde behandelingen, wachttijden voor de start van een behandeling en behandelresultaten zoals complicaties en achtergebleven kankerweefsel na een operatie. Dankzij deze cijfers hebben patiënten en hun naasten nog meer inzicht in de kwaliteit van de oncologische zorg, aldus Rijnstate.
Waar mogelijk vergelijkt Rijnstate de kwaliteitscijfers met het landelijk gemiddelde. Zo tonen de cijfers bij borstkankerzorg aan dat borstchirurgen goed in staat zijn om al het kankerweefsel te verwijderen en tegelijkertijd de borst zo min mogelijk aan te tasten in vorm. In 2019 waren er geen patiënten waarbij kankerweefsel achterbleef na de operatie, landelijk ligt dat percentage op 2,8%. Tegelijkertijd is het percentage patiënten dat borstcontour heeft behouden na operatie met 78% net iets hoger dan het landelijke gemiddelde van 76%.
PROM- en PREM-vragenlijsten
Het ziekenhuis maakt bij het vastleggen van de cijfers gebruik van twee soorten vragenlijsten:
- Met PROM-vragenlijsten geven patiënten voor, tijdens en na de behandeling aan hoe het met hen gaat. Met die uitkomsten kan het ziekenhuis de zorg afstemmen op de behoeften van een patiënt. Ook krijgt de patiënt zo inzicht in wat hij of zij kan verwachten na de behandeling, bijvoorbeeld over de kans dat je na een jaar nog incontinentiemateriaal moet gebruiken na een prostaatkankeroperatie.
- Met PREM-vragenlijsten meet Rijnstate hoe patiënten de ervaringen beleven. Zo wordt bijvoorbeeld onderzocht in hoeverre een patiënt het gevoel heeft dat hij of zij kon meebeslissen.
Transparant zijn in uitkomsten betekent dat patiënten ook beter keuzes kunnen maken voor een bepaald type behandeling, aldus het ziekenhuis. De uitkomsten zijn te vinden op de pagina van het expertisecentrum Oncologie.