De organisaties die ketenoverstijgend gaan samenwerken, zijn Erasmus MC, Rijndam Revalidatie, Laurens en Transmitt. Het Eerstelijns CVA-Netwerk Rotterdam ondersteunt het project in de thuissituatie. De coördinatie van de ketenzorg voor patiënten met een herseninfarct is in handen van de Rotterdam Stroke Service (RSS).
Totaalbedrag per patiënt
Zilveren Kruis ondersteunt de samenwerking door een totaalbedrag per patiënt beschikbaar te stellen dat zorgverleners onderling verdelen. Hierdoor ontstaat intensievere samenwerking. De verwachting is dat die zal leiden tot betere kwaliteit van zorg, maar ook tot besparingen. Deze besparingen komen ten gunste aan de zorgaanbieders om zo de zorg voor patiënten met een herseninfarct verder te verbeteren.
Besparing in de keten
Patiënten met een herseninfarct krijgen zorg in het ziekenhuis, het revalidatiecentrum en thuis. Gewoonlijk worden met elke zorgverlener apart afspraken gemaakt. Frederique van Duuren, Zorginkoper bij Zilveren Kruis: “Soms is het voor een patiënt beter om intensievere begeleiding te krijgen in het ziekenhuis, waardoor hij korter in het revalidatiecentrum hoeft te blijven. In de oude situatie heeft het ziekenhuis er geen enkele baat bij hem langer te behandelen. Dat kost alleen maar extra geld. De besparing zit later in de keten en daar merkt het ziekenhuis niets van. De zorgverleners willen dat anders organiseren.”
Betere uitkomsten
Bob Roozenbeek, neuroloog Erasmus MC is enthousiast: “Als zorgketen gaan we iedere patiënt met een herseninfarct vanaf nu twee jaar volgen. In die periode kunnen we de zorg nog meer op de individuele patiënt toespitsen. Ons doel is dat dit leidt tot betere uitkomsten en een betere gezondheidstoestand.”
Hans Stravers, directeur Laurens Revalidatie, hoopt dat andere verzekeraars volgen. “Eén van de grootste voordelen is dat we gezamenlijk verantwoordelijkheid gaan dragen voor de patiënt, ook als die op dat moment in een andere instelling wordt behandeld Als meer verzekeraars volgen, kunnen we andere keuzes maken. We hoeven dan niet continu na te denken over financiering en de duur van opnames op bepaalde plekken.”