Wel voelen zij zich betrokken bij het nemen van beslissingen over hun behandeling samen met hun zorgverlener. Dit blijkt uit de Zorgmonitor van het Nivel, waarin de zorgsituatie van mensen met een chronische ziekte in Nederland wordt gevolgd.
In het huidige overheidsbeleid is er steeds meer aandacht voor een integrale en persoonsgerichte aanpak van zorg: niet de ziekte maar de persoon met diens zorgbehoefte, wensen en mogelijkheden zijn daarbij uitgangspunt. In het algemeen beoordelen mensen met een chronische ziekte de zorg die zij krijgen als onvoldoende persoonsgericht. Zij hebben het gevoel dat niet zij als persoon centraal staan, maar hun ziekte.
Eigen regie
Uit de Zorgmonitor blijkt ook dat niet alle mensen met een chronische ziekte even goed in staat zijn de regie over hun zorg te voeren. Mensen die als gevolg van hun chronische ziekte ook een lichamelijke beperking hebben én degenen met een laag opleidingsniveau zijn minder goed in staat om een regierol te vervullen. Ook heeft circa één derde van de mensen met een chronische ziekte niet de benodigde motivatie, kennis en vaardigheden om hun eigen zorg te managen.
Extra hulp
De Zorgmonitor laat zien dat het voor een kwart van de mensen met een chronische ziekte niet vanzelfsprekend is dat zij hulp krijgen uit hun sociale netwerk. Het is belangrijk om dit goed in het oog te houden bij het inrichten van de zorg voor de patiënt. Ook zorgprofessionals kunnen extra hulp en ondersteuning bieden.