Zorgorganisaties kunnen zelf meetinstrumenten kiezen die maximaal helpen om in hun lokale setting te leren, te verbeteren en cliëntervaringen in beeld te brengen. Daarnaast geldt de verplichting om jaarlijks de Net Promotor Score (NPS) af te nemen. Hiervoor mag ook de aanbevelingsvraag van ZorgkaartNederland gebruikt worden: ‘Zou u deze instelling aanbevelen aan familie en vrienden?’
Beperkt aantal eisen
De meetinstrumenten moeten voldoen aan een beperkt aantal inhoudelijke en procesmatige eisen. De stuurgroep Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg biedt de set eisen officieel aan voor opname in het Register van Zorginstituut Nederland. Het Zorginstituut zal deze toetsen aan de hand van het Toetsingskader. Bij goedkeuring zal de raad van bestuur van Zorginstituut Nederland de set criteria vaststellen en worden ze opgenomen in het openbare register.
Ontwikkelopdrachten
Begin 2017 stelde Zorginstituut Nederland het Kwaliteitskader verpleeghuiszorg vast. De stuurgroep ‘Kwaliteitskader verpleeghuiszorg’ werkt de ontwikkelopdrachten uit die in het kwaliteitskader staan. De stuurgroep heeft geïnventariseerd welke instrumenten er gebruikt worden om cliëntervaringen te meten. Er zijn ruim 130 instrumenten aangemeld. Een onafhankelijke commissie van deskundigen heeft deze instrumenten beoordeeld.
Daarbij was de conclusie dat er een grote verscheidenheid aan instrumenten en methodieken is die onderling onmogelijk te vergelijken zijn. Daarnaast was de conclusie dat veel instrumenten al weer geactualiseerd waren en er steeds nieuwe instrumenten bij komen. De dynamiek van ontwikkelen en doorontwikkelen is groot. Een waaier met vastgestelde instrumenten is te weinig flexibel. Bovendien blokkeert het de grote dynamiek van dit moment, waarbij zorgorganisaties instrumenten ontwikkelen en doorontwikkelen die passen bij hun organisatie.
De stuurgroep heeft de minimale eisen vastgesteld waaraan meetinstrumenten moeten voldoen. Deze worden aangeboden voor opname in het Register van Zorginstituut Nederland.
Het door de zorgorganisatie gekozen instrument voldoet aan de volgende eisen:
● Het instrument betrekt cliënten/naasten door middel van het stellen of invullen van
vragen, gesprek of observatie.
● De onderwerpen uit het instrument sluiten aan bij wat cliënten en naasten belangrijk
vinden.
● Het instrument geeft zicht op ervaringen en wensen van de individuele cliënt.
● Het instrument biedt alle cliënten, en als cliënten het zelf niet kunnen naasten, de
mogelijkheid hun ervaringen in te brengen
● Ervaringen/resultaten zijn actueel (gaan over de huidige situatie en in ieder geval
niet ouder dan 1 jaar) en anoniem en publiekelijk toegankelijk op locatieniveau.
● Het instrument helpt bij het gesprek over wensen, behoeften en ervaringen van
cliënten en is bruikbaar voor leren en verbeteren.
Voor de keuze en gebruik van het instrument gelden de volgende eisen in het proces:
● De organisatie maakt in het kwaliteitsplan en kwaliteitsverslag transparant hoe tot
de keuze van het instrument is gekomen,
● De cliëntenraad (ter instemming) en de ondernemingsraad of andere
vertegenwoordiging van de werkvloer (ter advisering) zijn betrokken bij de keuze
van het instrument. De zorgorganisatie legt hier verantwoording over af in het
kwaliteitsverslag.
● De organisatie maakt in het kwaliteitsverslag de uitkomsten van de metingen
openbaar en beschrijft hoe deze gebruikt worden voor leren en verbeteren.
Bibliotheek
De stuurgroeppartijen zullen een bibliotheek inrichten, waar zorgorganisaties hun instrumenten in kunnen plaatsen. Deze bibliotheek heeft als doel dat zorgorganisaties elkaar kunnen raadplegen om ervaringen uit te wisselen. De bibliotheek geeft geen oordeel of een instrument bruikbaar is of niet.