Gaat het in de zorg over waarde, dan gaat het onder medici al snel over kwaliteit. Zij werken keihard om de zorg die ze leveren steeds beter te maken en hebben daar de afgelopen vijftig jaar grote successen in behaald. Onze gemiddelde levensverwachting is met meer dan 7 jaar gestegen. In elk medisch specialisme en in de behandeling van (voorheen) levensbedreigende ziekten is grote vooruitgang geboekt. En dat alles met een zorgstelsel dat de solidariteit tussen jong en oud, ziek en gezond, arm en rijk als kernwaarde heeft.
Sociaal-economische status
Over die solidariteit is echter meer te zeggen. Mensen die laagopgeleid en daardoor vaak sociaal-economisch minder succesvol zijn, hebben in ons land elf (!!!) als gezond ervaren levensjaren minder te verwachten dan het sociaal-economisch succesvolle, hoogopgeleide deel van de bevolking. En halen we de ervaring er vanaf, dan blijft een verschil van vijf echte, geleefde jaren over. De tol van corona is betaald onder ouderen, mensen met een gezondheidsachterstand en mensen in achterstandsbuurten – vaak overlappen die elkaar.
Bekend is ook dat veel van de problematiek waarmee burgers in ons land zich bij medische loketten melden, niet zozeer medisch van oorsprong is, maar sociaal-economisch. Met name de hard groeiende wachtlijsten in de ggz getuigen daarvan. Veel van die mensen zijn beter geholpen met oplossingen in het sociaal in plaats van het medisch domein.
De waarde van betere medische zorg
Ondertussen wordt er elk jaar enorm veel geld geïnvesteerd in het nóg beter worden van de zorg. Het onderzoeksgeld aan universitair medische centra gaat hoofdzakelijk daarheen, resulterend in nieuwe behandelingen, alsmaar preciezere technologie en dure medicijnen voor zeldzame aandoeningen, die er gezamenlijk voor zorgen dat de medische zorg nóg beter wordt.
De vraag die voor de hand ligt is deze: hoe levert de medische zorg maatschappelijk gezien eigenlijk de meeste waarde? Is dat door steeds beter te worden in het puur medische domein, of is dat door de focus meer te richten op de basis van ons gezondheidssysteem, waar voor veel mensen de zorg steeds duurder wordt?
Wat is maatschappelijk gezien waardevoller: investeren in de zoektocht naar een beter medicijn voor lymfeklierkanker, of in het zoveel mogelijk buiten het dure ziekenhuis houden van chronische aandoeningen, die met behulp van slimme apps tegenwoordig goeddeels thuis te monitoren zijn? Waar heeft de Nederlandse bevolking meer aan? Aan een Da Vinci-operatierobot in elk topklinisch ziekenhuis of aan een serieuze aanpak ter verbetering van de samenwerking tussen het medische en het sociale domein?
Kijken we niet door de zorg- maar door de gezondheidsbril, dan wordt onmiddellijk duidelijk dat we in onze samenleving nog heel veel gezondheidswinst laten liggen.
“De zorg” is een containerbegrip. De zorg voor de gezondheid is individu gericht en “volksgezondheid” is maatschappelijk gericht. Deze discussie gaat dus over de waarde ( en blijkbaar ) over de kosten van de volksgezondheid. Een andere discussie gaat over de waarde van uitgaven voor wetenschap, onderwijs, veiligheid enz. ( verdeling van beschikbare middelen) . Een politieke beschouwing door burgers.